Herinneringen
of dagelijkse opmerkzaamheid vormen mijn basis. Ik maak soms eerst
een (wat langere 5 regelige) tanka om de gedachten te ordenen.
Bouwen en weer wegstrepen, alternatieven, klanken, seizoen
(kigo-woord), diepere bedoeling enz.
De
regels 1, 2 en 5 moeten voor mij de gedachten al weergeven. De
regels 3 en 4 toevoegen omdat ik (en soms te veel) wat meer zinnen
daarvoor nodig heb. Ben nog maar paar maanden ermee bezig…
Onder
geknakt riet
wacht roerloos de oude snoek
op snelle actie
daarom doen we maar het spel
wie het eerst beweegt verliest
en
dan zo’n tanka verder inkrimpen naar een zelfstandige
haiku:
In
de oude rietkraag
nauwelijks vinverroerend
wachtende rover
de
Tanka
Situatie:
Veel jaren geleden. Een grote snoek bijna aan de oppervlakte; op
leeftijd misschien zo oud als de rietkraag van de Fluessen naast
hem. Een rover, alles ziend en nietsvermoedende voorbijgangers
belagend. Het overhangende natte riet is beschadigd door een ander
schip. Uit ons beider ooghoeken (voor zover een vis dat heeft ;-)
houden we elkaar in de gaten. Een kort spelletje die ik won.
Overdrachtelijk:
Het ‘voorbije leven’ geef ik aan met oud, geknakt, roerloos,
wachten. Soms gaat je leven niet meer zo voorspoedig, je wordt
ouder, ‘de vinnen’ niet meer verroerend zoals vroeger.
Indachtig dat Hij het geknakte riet niet zal afbreken (Jesaja
42:3) is er hoop, hoop op houvast, nieuwe actie, vrijheid en soms
een spelletje. Wees als riet, meegaand en taai en laat je kop niet
hangen.
De
Haiku
Oud en stilletjes? Dat lijkt maar zo, hoe ouder hoe gekker
*
* *
Gelijk
een standbeeld
staat de roerdomp in het riet
met trillend keeltje
en in dof gehomp weerklinkt
hartroerend zijn baspartij
en
dan zo’n tanka verder inkrimpen naar een zelfstandige
haiku:
Dof
weerklinkt de hoemp
van de roerdomp uit het riet
in de lentenacht
Situatie
beschrijving:
Roerdompen zijn vogels die moeilijk te zien zijn, maar nog wel te
horen. De 'paalhouding' van roerdompen (stijf rechtop staande) bij
verstoring is bekend. Het (balts)geluid van roerdompen, klinkt
alsof iemand over een leeg bierflesje blaast. Bij ons in Groningen
noemden we vroeger dit geluid ‘hoempen’. En als je er goed op
let trilt zijn keelzakje (klankkast) in die gestrekte houding
steeds maar door. Zijn diepe baspartij zingt hij in de
lente/voorzomernacht
Overdrachtelijk:
Ook al kun je ‘niet zingen’, voel je je houterig en
verlangend, doe dan maar zoals je bent; misschien krijg je zomaar
uit onverwachte hoek respons… (weerklinkt/weerklank vinden)
*
* *
Joh.
B.
7-01-2011
|